Je kunt het niet over trauma hebben zonder het te benoemen, en als je het benoemt doe je het altijd onrecht aan. Ik kan zeggen dat ik ben aangerand, ik kan vertellen hoe hard ik moest huilen in de lift op de 27e verdieping van de Europatoren, ik kan vertellen over de man die mij een jaar en een half in zijn greep hield tot ik mezelf zo haatte dat ik er niet meer wilde zijn. Maar die woorden betekenen niets. Ik zou een verhaal kunnen schrijven. Ik zou mooie woorden en zinnen kunnen kiezen voor de depressies van mijn moeder, ik zou een anekdote kunnen vertellen van toen ik 10 was. Ik zou kunnen vertellen over het banale telefoontje afgelopen zomer op een plein in Turijn, waardoor ik besliste dat er geen plaats was in mijn leven voor de moeder die zij is. Ik zou kunnen vertellen over het accumulerende trauma van als vrouw gezien te worden, zelfs al is dat niet wat ik ben. 
Maar daar gaat het niet om. Daar kan ik het niet over hebben, want het doet er niet toe. 
Het gaat niet over wat er gebeurd is, het gaat over hoe het doorwerkt. Over hoe het je isoleert, want niemand begrijpt het. En jij begrijpt het ook niet, want het is niet dezelfde situatie, het laat je gewoon weer zo voelen. 
Het is tegelijk ontzettend concreet en ongrijpbaar. Het voelt stom om het erover te hebben bij de psycholoog. Het voelt banaal om tegen je vrienden te zeggen. Het voelt schaamtelijk om aan je lief te moeten uitleggen dat je niet zo reageert om wat die gedaan heeft, maar om wat de vorige gedaan heeft en dat je het gewoon weer aan het herbeleven bent. Het voelt verkeerd om zo boos te zijn, om zo verschrikkelijk boos te zijn. Het draait en draait. 

Als tiener had ik een beeld dat vaak terugkwam van water dat door een afvoer weg kolkte. Alsof ik de afvoer was en de kolk. Het water en het aluminium. Alsof het enige wat ik kon me volledig overgeven was aan de stroom, alles buiten mijn controle, gewoon, weg. Alsof ik alles was behalve mezelf. 
Ik leid mezelf af, ik ga op café, ik zie vrienden, ik zie zoveel vrienden, ik was vergeten hoeveel vrienden je kan hebben, en hoe er mensen zijn die elke dag zullen checken of het nog gaat. Ik denk dat het het mooiste is dat ik intussen geleerd heb: door hoeveel gemeenschappen we omringd worden en hoeveel mensen echt om anderen geven.
Maar twee dingen kunnen waar zijn naast elkaar. Ik leid mezelf ook af door op dates te gaan, en als ze op tijd willen gaan slapen, dan zoek ik iemand anders. Afgelopen week zat ik tot 3u30 ‘s nachts op een terras aan de Vrijdagsmarkt, bijna als laatste, terwijl een groep 17-jarigen begon te vechten en de combi’s langs alle kanten afkwamen. Ik zat daar, na een andere date in Brussel die om 23u afgelopen was, met een man van bijna 30 van Tinder die mij in de tijdspanne van drie uur vier vragen gesteld heeft: geef je graag les (ja), heb je een lief (ja, eentje), ben je jaloers (ja, en angstig) en wil je samen slapen? (Ja, graag.) 
Hij geeft ook les, maar doet het niet graag, is niet in staat een relatie aan te gaan, want hij is bang van vrouwen, en als hij het gevoel heeft dat zijn partner afhankelijk wordt van hem slaat hij tilt. Als kind was hij een beloftevol sporttalent, kreeg hij overal te horen hoe getalenteerd hij was en dat heeft hij geïnternaliseerd. “Heb je dan een superioriteitscomplex?” vroeg ik hem. “Best wel”, zei hij, “en dat is echt heel vervelend om te hebben”. 
Ik vertelde hem wat over mezelf, over mijn liefdesverdriet, over mijn twijfels, over polyamorie. We maakten het duidelijk dat we daar om dezelfde reden zijn: een voorspelbare uitwisseling van vluchtige intimiteit.
En dan word je de volgende dag wakker, en ligt er een vreemde man in je bed, en dan haal je nog maar eens het maximum uit de situatie, val je weer in slaap, gaat je wekker, moet je je klaarmaken om te gaan repeteren - je hebt maar drie uur geslapen. Tegen dat je uit de douche komt hoop je dat hij al is aangekleed, dat blijkt gelukkig zo te zijn, en voor je je beleefde “Hey, ik zou u een koffie aanbieden, maar ik moet echt vertrekken." kan uitspreken zegt hij al “Ik ben dan door.” Wanneer je de voordeur dicht doet achter hem zucht je opgelucht, ga je in de zetel zitten en speel je de hele film van de avond en ochtend ervoor nog eens af in je hoofd. En je voelt het weer, elke keer je zoiets doet geef je iets af dat een tijd zal duren voor je het terugkrijgt. 
Want het gaat hem niet over de intimiteit an sich, het gaat over dat je dan niet moet denken aan wat je niet wilt denken. Dat je dan even niet moet voelen hoe je maag in een knoop zit, er een druk op je borst is, en je hoofd vol met mist zit. Maar dat gaat niet weg. Het gaat gewoon niet weg. Met hoeveel mensen ik ook slaap, of ik nu mijn ex-situationship stuur in het midden van de nacht en die ook op het terras van de Vrijdagsmarkt krijg en daarna in mijn bed, hoeveel nervus vagus oefeningen ik ook doe, hoeveel mentale gezondheidswandelingen ik maak: het komt terug. De enige manier is erdoor, zei Rinus vandaag, en ondertussen probeer je zo weinig mogelijk extra schade aan te brengen. Maar soms wil je gewoon schade aanbrengen, soms moet alles gewoon kapot. Soms heb je de nood om de knuppel in het hoenderhok van je leven te gooien, de boel op stelten te zetten, de afvoer te zijn én de kolk. 
We zijn soms te hard voor onszelf en elkaar, we leggen ons een maatstaf op die onmogelijk vol te houden valt. Alsof we allemaal continu de beste versie van onszelf moeten zijn, de beste keuzes moeten maken. Woede wordt zo snel abusive genoemd, als je even buiten alle redelijkheid bent, heb je een probleem. Maar we hebben allemaal problemen, het is hoe je er mee om gaat. We gaan het niet oplossen door continu consistent goed gedrag te verwachten, en ondertussen van alles te pathologiseren. Functional freeze, bedrotting, unhealthy coping mechanisms. We zuchten en draaien met onze ogen als iemand iets doet waarvan we weten dat het niet ‘het goede’ is voor hen. Maar het ding is: hoe je omgaat met trauma is slordig. Het is niet rechtlijnig. Het steekt zijn kop op wanneer hij dat wil. Het wil je beschermen van situaties waarin je je in het verleden zo voelde, het denkt patronen te herkennen waar er geen zijn. Het denkt dat als je niet eet en niet slaapt je sneller kan weglopen, en dat is ook zo, maar er is in mijn geval geen gevaar waarvan ik moet weglopen. Ik moet gewoon met iets leren leven, maar dat gaat vreselijk traag. Ik lees al de goede boeken, ik luister de podcasts, ik praat met mijn vrienden, maar soms is dat gewoon niet genoeg. Na een lange dag reguleren, heb ik er soms niet meer de energie voor om een paniekaanval te voorkomen door een halfuur ademhalingsoefeningen te doen en mezelf de ‘waarheid’ te vertellen. Om de mantra’s te blijven herhalen dat niemand me pijn wilt doen, dat ik niet meer in mijn vorige relatie zit, dat ik dit kan, dat het nog maar een paar dagen duurt tot ik mijn psycholoog zie, en zo voort en zo verder. Dus dan zoek je pijn die minder erg is. Ik kan uren vertellen over mijn vorige situationship die aan elkaar hangt van de ruzies en twijfelachtige situaties. Ik kan vertellen dat het vorige week voor de tweede keer gedaan was, ik hem eergisteren stuurde, hij daar op in ging, en ik nu weer twee dagen mag wachten tot een gesprek waarin hij zal zeggen dat hij niet weet wat hij wilt en en het dus beter is dat we het hier bij laten. En dan kunnen we allemaal samen met onze ogen rollen dat dit duidelijk geen goed idee was, en ik zal dat beamen, maar ik kan ook met mijn hand op mijn hart zeggen dat ik er geen spijt van heb.

Ik denk dat ik in al deze situaties mezelf een beetje genade wil geven. Mezelf wat speling wil gunnen. Aanvaarden dat het lastig is, dat er dingen gebeurd zijn die nog jaren een invloed gaan hebben. Aanvaarden dat ik daarom soms keuzes ga maken die op papier niet zijn wat ze zouden moeten. Maar dat alles ook maar tijdelijk is, en dat je soms eens de bodem moet raken voor je weer een vlucht naar boven kan ondernemen. Onderweg leer je een les of twee, en elke keer zal het een beetje beter gaan. Daar geloof ik echt heel hard in. Maar goed, het blijft echt heel vervelend soms, al die zelfreflectie en drang tot persoonlijke groei. Maar wat is het alternatief? Ons er bij neerleggen? Dat lijkt me ook maar saai. Dan gaan we er inderdaad maar gewoon door. 

You may also like

Back to Top