Opnieuw sta ik in de deur van mijn garage terwijl een andere man zijn fiets pakt en we weten dat we elkaar pas weer zullen zien wanneer hij weet wat hij wilt. Opnieuw voelt het als een afscheid.
Hij vraagt: “Geen kus meer?” in zijn Nederlands accent. Ik glimlach: “Nee.”
We hebben de afgelopen drie maanden al te veel uren al discussiërend en ruziemakend doorgebracht, waarbij we tot een gat in de nacht bleven inpikken op elkaars zinnen. Eerst verwachtte hij meer dan ik, dus gingen we uit elkaar, dan kwamen we elkaar weer tegen, probeerden we iets ‘casuals’, en nu verwacht ik meer dan hij. Ik heb het al eerder gezegd: er zit geen casual bot in mijn lijf. En daar moet hij nu over nadenken, maar ik denk dat ik mijn antwoord al heb.

De reden waarom ik plots zo verschoof in 'wat ik wilde', is omdat mijn partner van twee jaar is beginnen daten. Ik zag in die tijd verschillende andere mensen, twee keer had ik iets serieus, maar die had daar geen behoefte aan. Nu is die nood daar wel, en al snel ontmoette die twee nieuwe mensen waar het mee klikte. Omdat die zo bang was om mij pijn te doen, is dat precies wat die deed. Manifesteren lijkt enkel maar te lukken als het iets negatiefs is. Hoe hard hij zich ook verontschuldigde, hoe duidelijk het is dat je de eerste keer nooit echt weet wat je doet en dat je je grenzen pas leert kennen als je erop botst, ik bleef zo emotioneel. Zo emotioneel dat ik ruimte heb moeten vragen om tot mezelf te komen. 

Dit is niet mijn eerste non-monogame ervaring. Voor mijn huidig lief had ik een open relatie die volledig ontspoorde. Het was sowieso geen fijn persoon, en ik denk dat hij eigenlijk nooit de relatie wilde openen, maar toestemde vanuit een ‘vooruitstrevend’ ideaal. Na een jaar was zijn rancune zodanig opgestapeld dat toen hij anderen begon te daten, hij dat deed om mij alle pijn terug te bezorgen. Met alle gevolgen vandien. Er is sindsdien niet veel meer nodig om mij terug in de tijd te slingeren naar hoe ik me voelde bij hem, en afgelopen week gingen eten en slapen moeizaam en ik huilde, huilde, huilde. Ik huilde de volgende ochtend bij de man met zijn fiets, ik huilde die middag in de leraarskamers op de schouders van een collega en ik huilde dagen later opnieuw bij de man met zijn fiets om 3 uur ‘s nachts in zijn bed nadat hij zei dat het misschien toch allemaal te snel gaat, maar dat hij me wel graag belt als hij zich slecht voelt, dat hij graag heeft dat ik hem bel als ik me slecht voel en of ik toch wil meekomen als +1 naar zijn prestigieuze prijsuitreiking in juni.

Terwijl ik daar lag dacht ik: “Ik word over twee maanden 26, en nu lig ik hier in het bed van een 29-jarige man die niet weet wat hij wilt, te huilen omdat mijn lief voor het eerst met iemand anders sliep, en ik weet niet hoe ik hier mee moet omgaan.”
Want natuurlijk weet ik niet hoe ik daar mee om moet gaan in een wereld die zegt dat dat net het ding is dat je lief niet mag doen. Dat liefde gebaseerd is op exclusiviteit, dat je haast geen andere persoon mag zién naast je partner. Dat als je lief iets met iemand anders wilt, dat betekent dat die dat niet ook met jou kan willen.
Dat op zich is al lastig, laat staan dat je vorige non-monogame relatie zo toxisch was dat het resulteerde in niet eten, niet slapen en niet meer willen leven. 

Het is die staat die de afgelopen week om de hoek ligt te loeren. Ik leer gelukkig alsmaar meer polyamoreuze mensen beter kennen, en Ynne raadde mij dit boek aan: 'The Anxious Person's Guide to Non-Monogamy' van Lola Phoenix. Die richt zich in hun boek op emoties die ontstaan uit een verstoord zenuwstelsel, in tegenstelling tot Jessica Fern in 'Polysecure' en 'Polywise'. Zij vertrekt vanuit hechtingstheorie: of je bent anxious, avoidant, disorganized of, de heilige graal, secure attached, en dat heeft allemaal te maken met je primaire zorgverleners. 
Phoenix vraagt zich af als je je zo focust op wat er verkeerd ging in je jeugd, en je dat een hoeksteen van je identiteit in relaties maakt, je jezelf niet al kortwiekt nog voor je er aan begint? Die vindt het veel productiever om te zien dat het heel normaal is dat je in paniek schiet als er iemand nieuws is in het leven van je partner. Je bent angstig dat je die gaat verliezen, want je bent geconditioneerd in dat monogame kader. Er zijn geen scripts voor polyamorie, we zoeken het allemaal maar uit. Het is lastig om te weten hoe je je moet, kan en mag voelen. Wat komt voort uit jaloezie, wat komt voort uit angst?

Mijn reactie was totale angst en paniek. Mijn zenuwstelsel trok aan alle alarmbellen: “We hebben dit al eens meegemaakt, dat was niet goed, retreat.” Flikkerende rode lichten en sirenes vulden mijn hoofd, maag en hart. Maar als mijn lichaam zegt dat ik even moet stilstaan, dan doe ik dat. Ik ben mezelf kwijt geraakt de afgelopen maanden, mijn leven werd geleefd en ik probeerde te vluchten in anderen.
Maar weet je wat het mooie en het ontzettend confronterende van polyamorie is? Je kunt niet onbewust je leven leiden en deze ‘lovestyle’ praktiseren, want het dwingt je om vragen te stellen. Over jezelf, over je leven, over je relaties. Wat mis je, wat heb je nodig, waar haal je je zelfwaarde uit? Mijn grote gevoelens zijn enerzijds heel begrijpelijk in deze wereld, en anderzijds ook een maatstaf.
Ik zette mijn ene relatie en mijn andere ‘niet-relatie’ op pauze en besloot op mezelf te focussen, zodat ik weet wat ik wil en ik mijn emoties zelf kan reguleren voor ik dat samen met een ander doe. Want ik was mijn onafhankelijkheid kwijt, en deze terugvinden voelde de afgelopen dagen alvast al heel goed. Ik zei vrijdag tegen Rinus Martha: "Ik heb het gevoel dat het plots allemaal zo helder is, maar ik weet nog steeds niet hoe ik het weer zo ver heb kunnen laten komen, die vervreemding van mijzelf." Waarop zij, de nuchterheid zelve, zei : "Je bent ook nog maar twee dagen weer bezig." 

Stay tuned people, ik heb het gevoel dat er nog gevoeld zal worden, maar deze keer ben ik er voor mezelf en dat kan geen enkel trauma, angst of maatschappelijk kader mij afnemen. 

You may also like

Back to Top