non-fictie
"24 jaar geleden, op 6 juni 1998 was het aan het stormen", schrijft mijn vader mij vandaag. "Het is nooit meer gestopt", dat schreef hij ook. 
Ik denk dat ik nog nooit zoveel geschreven heb als tijdens dit afgelopen levensjaar en bijna niets de wereld in heb gestuurd, omdat het altijd bol stond van de woede en verongelijktheid. 
Ik lees niet graag teksten geschreven vanuit die emoties, en als ik het zelf probeer blijft er iets wringen. Het is niet dat ik het nooit ben, ik ben het zelfs heel lang elke dag geweest. Als een sluimerende mist sloot het een groot deel van mijn bestaan af. Het is nog niet zo lang geleden dat Gudrun uit mijn klas zei: “Blije Anaïs is zoveel leuker dan boze Anaïs”. 
Woede is een complexe emotie die ons vaak leert dat er grenzen overschreden worden. Als ik kwaad ben dan is het omdat ik voel dat iemand geen rekening met mij houdt, of omdat alles anders rond mij verkeerd gaat en ik denk dat ik datgene waar ik kwaad over ben wél kan controleren. Het is altijd een symptoom, en ik probeer het niet meer de oorzaak te laten zijn van iets anders. 
Mijn vorige relatie is misgelopen tot op een dieptepunt waarvan ik hoop dat ik en anderen dat nooit (meer) moet meemaken. Lang dacht ik dat ik alles kon begrijpen vanuit een verongelijkt gevoel dat er me iets was aangedaan. Ik vond nooit de balans tussen “het was een dynamiek waar we beiden aan bijdroegen” en “ik heb pech gehad die persoon in mijn leven te hebben”.  Nog altijd geraak ik er niet aan uit of mijn eerste uitspraak een geïnternaliseerd gegeven is van wat hij me keer op keer bleef herhalen (dat het probleem bij mij lag), maar de woede ebt gelukkig weg en de vragen verliezen aan belang. Het gaat niet over hem, het gaat over mij. Waarom ben ik zo lang in die situatie gebleven? 
Die woede is niet productief omdat het dat allemaal op de ander zou afschuiven, en ik er mijn eigen rol in minimaliseer. Ik denk niet dat ik de ander tot het uiterste dreef, pathologisch loog, me van hen niets aantrok, derden in dit proces pijn deed en ook niet dat mijn intenties slecht waren, maar elke giftige relatie is een aaneenschakeling van actie-reactie-reactie-reactie-nieuwe roze wolk-actie-reactie-reactie. 
Twee maanden voor ik de beslissing nam om er een punt achter te zetten zei hij me: “Ik ben bang dat als we ooit uit elkaar zouden gaan, je zou zeggen dat dit een toxische relatie was.” Ik kan niet voor hem spreken, maar iets aan die uitspraak doet me vermoeden dat we beiden wisten dat dit toch voor zeker één van ons geen ideale situatie was (lees: stoppen met eten en suïcidaal zijn). Door mijn eigen verantwoordelijkheid erin te erkennen leerde ik waarom ik al de rode vlaggen met een vurige passie negeerde, en waarom ik conflict met meer conflict beantwoordde. Een van die vlaggen was de graagte waarmee ik mijn grenzen opzij zet voor een man, zowel emotioneel als fysiek. 
Consent als duidelijke toestemming is een ontzettend hol begrip en helemaal niet zo zwart-wit als vaak voorgesteld wordt: ik heb met alles ingestemd, dingen zelf geïnitieerd, maar als ik toen had geweten dat de ruwe seks mij enkel het gevoel gaf dat hij van me hield omdat ik dan tenminste wist waar ik stond of dat de open relatie een vrijgeleide zou zijn voor de abuse waaraan ik mezelf zou blootstellen had ik het nooit gedaan. Niets BDSM of polyamorie, want er was geen vertrouwen, er was geen respect voor mijn lichaam of mijn integriteit. Het was de hel. 
Lezen over Heard en Depp drijft mij snel in een spiraal: wie durft er nu nog te spreken over de dingen die hen overkwamen als misogynie en bifobie in een hesaid-she/theysaid altijd de bovenhand krijgen?
Ik zou alles willen vertellen, maar enerzijds weet ik niet hoe, anderzijds wil ik hem geen enkele reden geven om opnieuw mijn grenzen te overschrijden, en een nieuw medium te zoeken via waar hij me kan contacteren. LinkedIn of zo. 
Maar de hel heeft zijn kringen, en hoewel ik ze alle zeven van dicht gezien heb bleek mijn kwelduivel toch niet zo goed in het vastketenen als hij zou willen. 
“Bad news: everything is temporary
Good news: everything is temporary” zoals Kim Kardashian onlangs zei.  
Andere woordenkunstenares Carmen Maria Machado schreef in haar bedankingen in haar boek In the Dream House: “'And of course, the biggest thanks go to my wife, Val—my plot twist, my fate, my fairy-tale ending—who challenges me and comforts me and allows me to splash details of our lives all over the place. I’d do it all again, baby. It brought me you.”, en zo sluit ik ook graag af.  
Ik heb dan wel geen vrouw, ik heb een ontzettend empathische, genereuze en geduldige partner.
Ik zou niets anders willen doen. Zonder je pijnlijk goedbedoelde eerste bericht waarbij je me vroeg hoe het begin van dit nieuwe jaar al was geweest, zou ik dit nooit op deze manier kunnen schrijven. 
Zonder al de mensen die ik in de tussentijd ontmoette zou ik nog steeds denken dat liefde in de breedste zin van het woord weinig weg had van een tederheid en zachtheid die ik nu dagelijks probeer toe te passen. Terwijl ik het gevoel had dat de wereld zich rondom mij sloot, waren zij er die de deur weer wagenwijd openzetten, tot het punt dat ik echt geloofde dat die mogelijkheid er was en die met beide handen greep. 
Vandaag ben ik 24 geworden en ik heb het afgelopen jaar ontzettend veel geleerd. Ik ben klaar om het toe te passen en weer van me te laten horen, dank jullie wel voor jullie geduld. Wat willen jullie lezen? Waar zijn jullie benieuwd naar? Mijn inbox is nog altijd open. 
Have fun this gemini season <3

You may also like

Back to Top